XII Fotografie en herinnering

Twee momenten uit de afgelopen weken, de eerste een opening van een tentoonstelling, de tweede de aankomst van een vlam.

De opening is in Caochangdi, een van de kunstenaarsdorpen die Beijing inmiddels rijk is. Ik ben daar ondermeer met Ruben Lundgren, een Nederlandse fotograaf die zijn werkt toont op de expositie die is opgezet door de bevriende kunstenaar Pan Xinglei en handelt over taal. Op hetzelfde moment komt er een einde aan eencoconproject: de kunstenaar Ye Fu heeft een half jaar in een stalen cocon geleefd. Deze middag zal hij vrij komen. Als we gaan kijken naar dat moment, om vier uur, is er bijna niemand. We besluiten we eerst nog een andere galerie te gaan bekijken en vinden in de galerietuin allerhande penissen in plaats van planten. Als we terug komen blijken we te laat te zijn. De kunstenaar is al bevrijd en aan de kapotgeslagen laptop op de grond te zien is dit met enig geweld gepaard gegaan. Ik verbijt mijn irritatie over mijn ongeduld. Hoe kan ik dit moment laten schieten? Nu heb ik er geen foto van!

Pan Xinglei heeft ook een performance, ditmaal met wel zeer schaars geklede dames en een man. Ik begrijp er niets van maar om mij heen is iedereen driftig aan het filmen en fotograferen. Ruben merkt op dat dit de crux is van dergelijke performances. Het gaat niet om het moment zelf, of om de performance. Nee, alles draait om het vastleggen ervan. Opdat je later kan laten zien dat je erbij was, of wellicht om het op te nemen in weer een ander kunstwerk. Maar draait het hier wel om ‘vastleggen’?, vraag ik mij af. Is het niet eerder zo dat we actief een verleden construeren, een verleden dat we telkens weer herschrijven, mede met behulp van media?

En dat brengt mij naar een tweede voorbeeld, de al eerder beschreven Olympische vlam. Na ruim drie uur wachten komt de vlam voorbij, gedragen door ons onbekende mannen, waarschijnlijk zakenmannen. Enigszins ontgoocheld wandelen we weg op zoek naar eten. De magie van de vlam is alweer verdwenen, het moment zelf werd vooral gedreven door de vraag: hoe krijg ik dit zichtbaar op de foto?

Want daar draait het vooral om, niet het zien van de vlam, noch het festijn eromheen, maar het digitaal vastleggen ervan: de drang en dwang om een herinnering te produceren, een verleden te construeren, en een bewijs het gezien te hebben. Al is het slechts door de lens van je camera. In de woorden van collega José van Dijck: “We are who we are because we have constructed our experiences and our memories through and in media. (…) We do not take photographs to help us remember (or, seen from a different angle, to prevent us from forgetting) our past: we take and use pictures to construct a past.”

Een verleden dat telkens weer herschreven wordt. Maar het continu vastleggen dwingt ook tot een neurotisch kijken door de lens van de camera, met het gevaar dat elke concentratie en precisie uit je blik verdwijnt. We construeren obsessief ons verleden en bewaren dat – maken er back-ups van – en vergeten onderwijl wellicht het heden. Een verleden dat, zo merk ik met toenemende schrik, ook het geheugen van je computer opeet. Onderzoek is niet meer hetzelfde in het digitale tijdperk. Vijf maanden veldwerk kost 40 Gb. geheugen, en levert 200 Dvd’s met Chinese televisie op. Over mijn twijfels hieromtrent later meer.